Speel de vergunningen bingo: VINGO!

Vergunningen saai? Ik kan me voorstellen dat veel mensen dat vinden. Maar vergunningen zijn belangrijk. Een vergunning geeft een bedrijf toestemming om iets te doen. Bijvoorbeeld produceren, uitbreiden, verbouwen of verhuizen. En dat op een verantwoorde manier, zonder negatieve invloed op het milieu en de omgeving. Een echte win-win situatie dus. Het is eigenlijk heel simpel, zonder de juiste vergunningen kan een bedrijf niet aan de slag. Maar wel een beetje saai misschien? Wat mij betreft niet en daarom introduceer ik: de vergunningen bingo, ofwel VINGO:

Vergunningen  INthepocket  en  GO!

Speel je mee? Pak de Krea-S VINGO-kaart er dan maar snel bij. De spelregels zijn simpel: als je weet wat het woord in het vakje van de VINGO-kaart betekent dan mag je het doorstrepen. Totdat je de hele kaart vol hebt en dan roep je natuurlijk VINGO! Of je belt mij omdat je zoveel kennis hebt dat je mee kunt draaien in een van mijn projecten. Bij een valse VINGO wel een liedje zingen he? Of een vergunning aanvragen, dat mag natuurlijk ook.

Kom je er niet uit? Lees dan vooral verder, dan help ik je bij dit spel. Saai mag het natuurlijk niet worden. Daarom her en der een enkel klein flauw grapje tussendoor. Heb ik ook nog wat extra lol tijdens het schrijven.

O ja, nog één ding. Heb je geen zin of tijd om verder te lezen, maar wel een vraag over vergunningen? Neem dan vooral contact me op, ik help je graag.




Daar komt ie, de uitleg van de 24 vakjes van de Krea-S VINGO-kaart! Alle dikgedrukte woorden in de tekst staan trouwens op de VINGO-kaart.

1. Milieuvergunning

Officieel de ‘omgevingsvergunning milieu’. Sommige bedrijven hebben deze nodig, anders mogen ze niet aan de slag. Ze zijn dan een ‘type C inrichting’. Welke bedrijven dit zijn? Bedrijven die dingen doen met (mogelijk) veel invloed op het milieu. Denk bijvoorbeeld aan een chemische fabriek, een afvalbedrijf of een composteerder. Maar er zijn nog veel meer. De meeste bedrijven hebben trouwens geen milieuvergunning nodig. Zij vallen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit. De milieuvergunning doorloopt meestal de uitgebreide (lange) procedure van 26 weken. Maar niet als een verandering bij een bedrijf ‘milieu-neutraal’ is, dan doorloopt de milieuvergunning de reguliere (korte) procedure van 8 weken. Appeltje-eitje toch? 

2. Wabo

Wabo staat voor Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dit is de wetgeving die voor de meeste vergunningen veel juridische dingetjes regelt. Zoals welke procedure er geldt, wie de vergunning afgeeft en welke informatie er bij de vergunningaanvraag moet. Onder de Wabo hangen twee andere stukjes wetgeving: het Bor (Besluit omgevingsrecht) en het Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht). Het Bor bepaalt bijvoorbeeld of er een vergunning nodig is en wie de vergunning afgeeft. De twee belangrijkste dingen die het Mor regelt? Welke informatie er bij een vergunning aanvraag moet en wat ‘BBT’ is. 

3. Omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning is de vergunning die wordt verleend op basis van de Wabo. Er zijn veel verschillende soorten: milieu, bouw, strijdig planologisch gebruik, kap, aanleg inrit, reclame etc. De meeste vergunningen op deze VINGO-kaart zijn omgevingsvergunningen. Behalve de natuurvergunning en de watervergunning. Die komen uit andere wetten. 

4. Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan wordt gemaakt door de gemeente en is ‘juridisch bindend’ zoals dat zo mooi heet. In normale taal: er staan regels in waaraan iedereen zich moet houden. Regels over hoe de grond gebruikt mag worden en wat op de grond gebouwd mag worden. Hierin wordt dus ook geregeld waar bijvoorbeeld bedrijven zich mogen vestigen en wat voor soort bedrijven ergens dat dan zijn. Maar ook dingen als hoe hoog er gebouwd mag worden, of er bijgebouwen bij mogen of er een archeologisch onderzoek nodig is. Het is mogelijk om met een vergunning strijdig planologisch gebruik iets te doen dat volgens het bestemmingsplan niet mag. Of je kunt als bedrijf je eigen stukje bestemmingsplan laten aanpassen, dat kan ook. Maar dan ben je wel even bezig. 

5. Activiteitenbesluit

In het Activiteitenbesluit staan milieuregels, vooral voor bedrijven. Bijna alle bedrijven vallen onder het Activiteitenbesluit. Maar niet allemaal, een winkel valt er bijvoorbeeld niet onder. Het Activiteitenbesluit kent 3 soorten bedrijven: type A, B of C. Type A bedrijven (zoals een kantoor) moeten voldoen aan de regels, maar hoeven zich niet te melden. Type B bedrijven moeten natuurlijk ook voldoen aan de regels van het Activiteitenbesluit, maar ze moeten ook een melding doen als ze beginnen of als er iets veranderd op het bedrijf. Type C bedrijven moeten een milieuvergunning aanvragen. Voor deze bedrijven gelden de regels uit milieuvergunning, maar daarnaast ook nog een deel van de regels van het Activiteitenbesluit. Dat is best een puzzeltje. Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet in dit geval. 

6. Beschikking

De beschikking is de officiële term voor de vergunning. Een vergunning bestaat uit twee delen: de voorschriften en de considerans. In de voorschriften staan de concrete regels van een vergunning.

De considerans is het deel van de vergunning waarin de 'motivering' staat. Hierin beschrijft de vergunningverlener (bevoegd gezag) waarom de vergunning is verleend, hoe de procedure is verlopen en waarom de voorschriften zijn zoals ze zijn.   

7. Bevoegd gezag

Officiële naam voor de vergunningverlener. De overheid die de vergunning verleent. Dat kan een gemeente, provincie of het Rijk zijn. Maar bijvoorbeeld ook een waterschap of Rijkswaterstaat als het om een watervergunning gaat. Qua aantal zijn gemeenten kampioen vergunningverlening. De meeste vergunningen worden door een gemeente verleend. Bij veel ingewikkelde vergunningen is het ook vaak de provincie of het Rijk die de vergunning verleend. Dat geldt bijvoorbeeld voor een deel van de milieuvergunningen en voor alle natuurvergunningen. 

8. BBT

BBT staat voor Beste Beschikbare Technieken. BBT staat volgens de overheidswebsite Infomil voor ‘de meest doeltreffende methoden die technisch en economisch haalbaar zijn, om emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu van een bedrijf te voorkomen’. Duidelijk toch! In normale taal zou je kunnen zeggen dat BBT de uitkomst is van de belangenafweging tussen bedrijf en milieu. Wat kan de overheid redelijkerwijs van een bedrijf verwachten om de negatieve invloed op het milieu te verkleinen? Daarbij wordt dan gekeken naar de beschikbare technieken, kosten en de invloed op het milieu. Voldoen aan BBT is het uitgangspunt voor de regels van een milieuvergunning, maar bijvoorbeeld ook van de regels van het Activiteitenbesluit. Soms wil een bevoegd gezag dat een bedrijf nog wat extra doet: ze vragen dan om BBT+.  

9. Belanghebbende

Elke vergunning gaat een procedure door. In die procedure kunnen ‘belanghebbenden’ bezwaar maken tegen het verlenen van de vergunning. Een belanghebbende is iemand wiens belang bij iets betrokken is. Dat kan heel concreet en dichtbij zijn, bijvoorbeeld als uw buren willen verbouwen en er daardoor minder zon in uw tuin komt. Maar een milieuorganisatie met als doel het beschermen van het milieu is bijvoorbeeld ook belanghebbende als er een vergunning voor een chemische fabriek verleend wordt waarbij emissies ontstaan. Als iemand bezwaar maakt wordt eerst beoordeeld of iemand wel of niet belanghebbende is. Geen belanghebbende? Dan heeft de bezwaarmaker pech. Er is geen juridische basis om bezwaar te maken en het bezwaar wordt niet in behandeling genomen. 

10. Bouwvergunning

Officieel de ‘omgevingsvergunning bouwen’. Een van de meest verleende vergunningen. Alleen al voor nieuwbouwwoningen worden er zo’n de 60.000 tot 90.000 bouwvergunningen per jaar verleend. De bouwvergunning is nodig bij nieuwbouw of verbouw, maar niet altijd. Vooral in het achtererf (bijvoorbeeld voor een dakkapel op het achterdak) zijn afgelopen jaren steeds meer zaken ‘vergunningvrij’ geworden. Dan is er dus geen vergunning nodig. Alle vergunningvrije situaties staan beschreven in bijlage II van het Bor (zie Wabo). 

11. Wet milieubeheer

De belangrijkste milieuwet van Nederland. Bevat de juridische gereedschapskist om het milieu in Nederland te beschermen. Het is een zogenaamde kaderwet, maar noem het maar een kapstok-wet. De Wm (zoals de Wet milieubeheer wordt afgekort) bevat een hele trits aan juridische ‘instrumenten’: milieukwaliteitseisen, VTH (Vergunningverlening, Toezicht en handhaving), milieubeleidsplannen, meetverplichtingen etc. Het zijn er een hoop. De wet is ingevoerd in 1993 and still going strong. Nou ja, tot aan de invoering van de Omgevingswet dan. Daarna is ie niet meer zo strong want de Wm gaat voor een heel groot deel op in deze nieuwe wet. 

12. Awb 

Staat voor Algemene wet bestuursrecht. In de Awb staan voor alle overheden in Nederland veel procedureregels voor het ‘nemen van een besluit’. Het verlenen van een vergunning is zo’n besluit. Het bevat ook de spelregels voor ‘rechtsbescherming’. Of in normaal Nederlands: de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan. Het juridische deel dat te maken heeft met de procedures van vergunningen is dus grotendeels afkomstig uit de Awb. 

13. Zienswijze, bezwaar en beroep

Als je het niet eens bent een besluit om een vergunning te verlenen dan kun je hiertegen in gaan. Althans, alleen als je belanghebbende bent. Afhankelijk van het soort procedure en de fase waarin die zit kan dit door een zienswijze in te dienen, bezwaar te maken of in (hoger) beroep te gaan. Een zienswijze is een reactie op een concept van een vergunning. Bij de uitgebreide procedure wordt namelijk eerst het concept (officieel dit ‘het ontwerp’) van de vergunning gepubliceerd. Een bezwaar maak je op het daadwerkelijke besluit om de vergunning te verlenen. Een zienswijze en bezwaar moet je sturen naar het bevoegd gezag. Als het bezwaar niet wordt toegekend, kan iemand in beroep bij de rechter en daarna eventueel nog in hoger beroep bij de Raad van State. De aanvrager van de vergunning kan ook in beroep gaan als deze het niet eens is met het besluit. 

14. Reguliere procedure

De officiële naam van de korte procedure voor een vergunning. De proceduretijd is in principe 8 weken, maar het bevoegd gezag mag dit zonder reden met 6 weken verlengen. Als de overheid deze termijn niet haalt dan heeft de aanvrager geluk: de vergunning wordt dan automatisch verleend. Fijn toch? Er wordt geen concept van de vergunning gepubliceerd. Vergunningen die met de reguliere procedure worden verleend zijn bijvoorbeeld de bouwvergunning een kapvergunning of een milieuvergunning voor een milieu-neutrale verandering. 

15. Participatie

Letterlijke betekenis: ‘actieve deelname’. Bij vergunningen betekent het dat de aanvrager van de vergunning (soms samen met het bevoegd gezag) actief belanghebbenden betrekt bij de voorbereiding van een vergunningaanvraag. Onder de nieuwe nog in te voeren Omgevingswet wordt dit nog belangrijker, hoewel het voor de meeste vergunningen niet verplicht wordt. Toch is het vaak verstandig als aanvrager dit wel te doen. Vooral als je weet dat er belanghebbenden zijn die misschien bezwaar willen maken. Dan kun je ze maar beter zo vroeg mogelijk informeren en hun zorgen, als dat mogelijk is, verwerken in de aanvraag. Dat scheelt een hoop gedoe en vertraging. 

16. Natuurvergunning

Vergunning op basis van de Wet natuurbescherming. Als bij een project of plan vooraf ‘significante effecten’ op een Natura 2000-gebied niet uitgesloten kunnen worden dan is deze vergunning nodig. Ofwel: deze vergunning is nodig als er iets gebeurt dat (misschien) schadelijk is voor omliggende natuurgebied. Bijvoorbeeld vanwege de uitstoot van stikstof (in NOx of NH3 vorm) die verderop in de natuur terecht komt. De natuurvergunning is dus nogal veel in het nieuws geweest en het verlenen ervan is nog steeds een heel groot probleem. De natuur staat er niet al te best voor en de overheid is al decennia bezig om allerlei korte termijn trucjes te verzinnen. Trucjes die keer op keer door de rechter worden afgeschoten. Moeilijk geval dus en er is helaas nog geen zicht op een structurele oplossing. Mijn advies aan de overheid: speel eens een goed potje VINGO en kom dan met een echte oplossing. 

17. Vergunning strijdig planologisch gebruik

Vergunning die je aan kunt vragen als je iets doet dat niet mag volgens het bestemmingsplan. Vaak is dat makkelijker en sneller dan het aanpassen van het bestemmingsplan zelf. Er zijn drie smaken: binnenplans afwijken, kruimelgeval en buitenplans afwijken. Bij een binnenplanse afwijking staat er in het bestemmingsplan dat je voor bepaalde zaken een vergunning kunt aanvragen. Deze wordt dan verleend volgende de reguliere (korte) procedure. Zoiets bestaat ook op landelijk niveau en dan heet het in de volksmond een Kruimelgeval. Bijlage II, artikel 4 van het Bor (zie ook Wabo) heeft een lijst met (kruimel)gevallen waarbij ook met de reguliere (korte) procedure de vergunning verleend wordt. De laatste variant is buitenplans afwijken van het bestemmingsplan. Dat kost meer tijd, want dit moet met de uitgebreide (lange) procedure. Er moet ook veel meer informatie bij de aanvraag, waaronder een zogenaamde ruimtelijke onderbouwing.   

18. OBM

OBM staat voor Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets. Een beetje een rare vergunning. Je zou kunnen zeggen dat het een vergunning is die eigenlijk geen vergunning wil zijn. De OBM bevat dan ook geen regels: het mag of het mag niet. Dat is dan wel weer lekker overzichtelijk. Als een ondernemer bijvoorbeeld een bierbrouwerij voor speciaal bier wil beginnen (goed idee natuurlijk!) is er een OBM vergunning nodig. De vergunning doorloopt de reguliere (korte) procedure. 

19. Omgevingswet

Tja, de Omgevingswet. Veel van te zeggen. De nieuwe wet waarin bijna alle bestaande wetten en regels die iets met de leefomgeving te maken hebben in op gaan. Door ene meneer Rutte de grootste wetswijziging sinds de invoer van de Grondwet genoemd. Met daarbij een allesomvattend digitaal stelsel waarin alles geregeld wordt. Klinkt behoorlijk ambitieus toch? De Omgevingswet is met veel tromgeroffel aangekondigd in de troonrede van 2013 met de belofte van maar liefst vier verbeteringen: alles wordt inzichtelijker, de leefomgeving staat centraal, er is ruimte voor maatwerk en het wordt sneller en beter. Tot op heden is het nog geen succes gebleken. De invoering van de Omgevingswet is inmiddels 4 keer uitgesteld en staat nu door Hugo de Jonge (kent u hem nog?) gepland op 1 januari 2023. Mijn voorspelling: ook die datum is nog nog lang niet zeker. Wat mij betreft een veel te grote ambitie om alles in één keer om te gooien. Ik houd mijn hart vast als ie er is en hoop dat er dan nog steeds gewoon vergunningen verleend worden. De invoering van de Omgevingswet zou zomaar eens de volgende parlementaire enquête kunnen worden….

20. Uitgebreide procedure

De officiële naam van de lange procedure voor een vergunning. De proceduretijd is in principe 26 weken, maar het bevoegd gezag mag dit met 6 weken verlengen. Een termijn die in de praktijk lang niet altijd wordt gehaald. En helaas voor de aanvrager: de vergunning wordt dan niet automatisch verleend. Op zich wel logisch trouwens, want in deze procedure wordt een ingewikkelde afweging gemaakt. Er wordt een concept van de vergunning gepubliceerd. Vergunningen die met de uitgebreide procedure worden verleend zijn bijvoorbeeld de meeste milieuvergunningen en een vergunning strijdig planologisch gebruik voor een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan. 

21. Lasagne

Huh? Wat heeft lasagne nou met vergunningen te maken? Op zich natuurlijk niets, maar lasagne is mijn metafoor voor hoe milieuwetgeving in elkaar zit. Die bestaat namelijk uit allerlei laagjes en alles is met elkaar verbonden. Net als bij lasagne. Neem nu de Wabo, de wetgeving die veel regelt over de procedurele zaken van de omgevingsvergunning. Onder de Wabo hangt dan weer het Mor en daaronder weer het Bor. En onder de Wet milieubeheer hangt bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit en daaronder dan weer de Activiteitenregeling. Laagjes dus. En al die wetten en regels verwijzen naar elkaar. Verbonden dus. Zie je? Het is echt net lasagne. En nu hebben we allemaal ons eigen kleine bord lasagne en als de Omgevingswet er is staat er een grote lasagne op het dorpsplein. 

22. IPPC-installaties

De moeilijke term voor grote industriële bedrijven die naast de Nederlandse milieuregels ook nog aan Europese regels voor industriële emissies moeten voldoen. Regels die afkomstig zijn uit de Richtlijn industriële emissies (Rie). Deze bedrijven moeten voldoen aan BBT (Beste beschikbare technieken) zoals deze in Europa in BBT-conclusies en BREF-documenten zijn vastgesteld. Voor welke bedrijven geldt dit dan? Een chemische fabriek of een olieraffinaderij bijvoorbeeld. Maar er zijn soms ook gekke gevallen: zo heb ik wel eens een eigenlijk best wel kleine fabriek die blikjes katten- en hondenvoer maakt geholpen aan een nieuwe vergunning. En zij vielen er ook onder. Wel leerzaam trouwens zo’n traject. Katten zijn fijnproevers, het recept voor kattenvoer is Michelin-ster waardig. Honden vreten alles. Die gaan gewoon langs de Febo om het maar zo te zeggen. 

23. Inrichting

Niet een plek waar ze mensen opsluiten die de weg kwijt zijn. Nee, het is de officiële naam voor een bedrijf zoals die in de milieuwetgeving staat. En wanneer ben je dan zo’n inrichting? Volgens de Wet milieubeheer (Wm) is iets een inrichting als het alle volgende eigenschappen heeft:

  • het is een bedrijf of iets wat de omvang van een bedrijf heeft;
  • de activiteit is op één plek, niet op meerdere;
  • de activiteit duurt ten minste zes maanden of keert regelmatig terug op dezelfde plek;
  • de activiteit staat in bijlage I van het Bor.

Een foodtruck niet, een productiebedrijf dus wel. De meeste winkels ook niet trouwens, want die staan niet in die bijlage I van het Bor. Maar in principe kunnen de meeste bedrijven er rustig van uitgaan dat ze waarschijnlijk wel een inrichting zijn. Fijn toch? In ieder geval wel voor mij: allemaal potentiële klanten. 

24. Watervergunning

Last but not least: de vergunning die wordt verleend op basis van de Waterwet. Nodig voor bepaalde activiteiten of werkzaamheden die te maken hebben met water. Klinkt logisch toch? Waar hebben we het dan over? Bijvoorbeeld het onttrekken van grondwater, het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater of voor werkzaamheden bij een waterstaatswerk, zoals een brug of dijk.

Zo dat was hem!

Zo dat was de VINGO-kaart uitleg. Toch nog een heel verhaal. Zin gekregen om VINGO te spelen? Of helemaal niet en meer behoefte aan iemand die helpt met vergunningen? In beide gevallen hoor ik het graag. Dan speel ik een spelletje mee of ik zorg dat je de juiste vergunning krijgt. Net waar je zin in hebt.